Gedicht

Verzamelplaats

Verweerde, vergrijsde steles staan,
in een woud van zerken, rij aan rij.
Verstilde stamel-plaats…
eens verzamelplaats.

Levend; vertier, verdriet, ziekte, genot.
Levend; met – of zonder God?
Tot de dood, soms plotseling kwam
en een geliefde nam.

Doods; dor, kaal en koud.
En toch; Hem zij geloofd!
Door het Levende Teken aan het hout,
blijkt ‘de tarwekorrel’ in het stof van de aarde,
nu zonder glans; toch van eeuwigheidswaarde.

Dodenboek of boek van leven.
Nee, het is niet om het even,
in welke van de twee
onze naam wordt bijgeschreven.
Kies en volg dan heden: De Weg, De Waarheid en Het Leven!

G.M.

Reacties zijn gesloten.